De gyneacologe die werkte van negen tot vijf
Een gewaardeerde collega in het bedrijf
Werkte graag met haar patiënten
Verwende vrienden met haar spaarcenten
Maar in basis blijft het gewoon een kutwijf

Er was eens een naaister die haakte
Een man aan de arm en maakte
Naast prachtige outfits
Drie huisgemaakte kids
bewijs dat zij als naaister nooit verzaakte

Er was eens een dochter van een slager
Met een mooi vol figuur, niet te mager
Ook al vindt zij dat niet altijd fijn,
Het mag best een onsje meer zijn
Zo was immers ook het motto van vader

Som zijn er van die dagen,
Dat je me beter niets kunt vragen
Dan wil ik alleen maar rust
Totdat de tranen zijn gesust
En ik weer vreugde kan verdragen

Er was eens een half dove knakker
Die werd in de nachten niet meer wakker
Als zijn dochtertje riep
Dat ze allang niet meer sliep
Totdat vrouwlief hem sloeg, die arme rakker

Er was eens een puistende puber
Die vond zijn spiegelbeeld luguber
Zijn moeder gaf graag advies
Wat hij vervolgens in de wind blies
Hij luistert liever naar een You tuber

Er was eens een kussend stel
Ze zei nog: niet te snel!
Hij knipperde met zijn ogen
De tijd is voorbij gevlogen
Nu zitten er 3 kids op ons bankstel

Er was eens een rijmende limerick
Gelezen door een leesgrage slimmerik
Die hield wel van een geinig grapje
Voor in zijn temporale kwabje
Liever dan een doelloze vogelpik